donderdag 8 maart 2007

Into Francesco

Vandaag bijna de hele dag met Francesco in de weer geweest. Francesco Petrarca om precies te zijn. Morgen moet ik weer aan de bak: college inleiding literatuurwetenschap voor ruim 150 studenten, en deze week staat de Renaissance op het programma. En omdat in zo’n inleiding niet alles aan bod kan komen - geen Ronsard, Shakespeare, Huygens, Ariosto - heb ik maar voor Petrarca gekozen, Francesco Petrarca. Leuke bijkomstigheid is dat Petrarca mijn top-zoveel-van-allertijden aanvoert. Niet elke dag - soms vind ik Gruwez ontroerender, Ter Balkt meeslepender, Gruuthuse spannender - maar bij Petrarca kom ik wel vaak terug. Zoiets als een ijkpunt zou je hem kunnen noemen. Zijn werk bevalt me ook beter dan het werk van Dante (waaraan ik afgelopen week de hele middeleeuwen heb opgehangen). Dante is nadrukkelijker, meer geposeerd en daardoor afstandelijk, maar ondertussen wel briljant en meeslepend. Petrarca is kwetsbaarder, persoonlijker. Zelf schreef hij meer dan eens over het gesprek dat hij met dode schrijvers voerde: met hen kon hij, door te lezen en schrijven, gesprekken voeren alsof ze heel nabij waren. Die nabijheid voel ik bij het lezen in Petrarca veel sterker dan bij Dante.
Uiteraard heb ik heel wat Petrarca in de kast en als ik thuis aan zo’n college werk ligt de inhoud van meer dan een boekenplank om me heen op het bureau en op de grond. Maar ik heb natuurlijk niet alles. Bovendien wil je in een college mooie plaatjes gebruiken, wil je soms snel dat immense werk doorzoeken. En dan biedt het web weer uitkomst: mooie sites met een globaal overzicht van leven en werk (vergeet daarbij alle wiki’s niet), een imposante amerikaanse site met afbeeldingen uit tientallen Petrarca-handschiften, en ook het heerlijke boek van Ypes over Petrarca in de Nederlandse literatuur (daar heeft de onnavolgbare dbnl voor gezorgd).
Naast die op bureau en vloer uitgestalde boekenplank - die inmiddels weer keurig terug in het gelid is geplaatst, omdat ik vanavond eens de behoefte had om de chaos om me heen te bedwingen - had ik nog drie of vier extra planken tot mijn beschikking. Eén dag alles uit de kast om me geheel in Petrarca onder te dompelen. Morgen om kwart voor elf college en daarna weer met de dagelijkse dingen aan de slag: drie vergaderingen, het stategisch plan van de universiteit lezen, werken aan de minorgids: Fontana di dolore … per cui tanto si piange et si sospira.