zondag 30 september 2007

www.mmdc.nl (alle middeleeuwse handschriften in Nederland)

Sinds ruim een week is de website www.mmdc.nl online. Mooi nieuws voor iedereen die geïnteresseerd is in de middeleeuwen en in middeleeuwse handschriften in het bijzonder. Een paar grote bibliotheken, waaronder de Koninklijke Bibliotheek en belangrijke universiteitsbibliotheken zoals die van Leiden, Amsterdam, Groningen en Utrecht hebben samengewerkt in een project (flink gesteund door NWO) om alle middeleeuwse handschriften in (min of meer) openbare collecties in Nederland in kaart te brengen. Zo'n site is als een speelgoedwinkel voor een kind: er is zoveel te zien - niet alleen zijn de handschriftbeschrijvingen voorzien van veel interessante gegevens, bovendien bevatten ze vaak mooie afbeeldingen van de beschreven handschriften. En wat een rijkdom, zowel in bekende collecties als op nauwelijks bekende plaatsen. En als voorbeelden van die laatste categorie: het museum Simon van der Gijn in Dordrecht, het Drents Museum in Assen, de Wilhelmieten in Huijbergen, de R.K. Parochie Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming in Kampen (ja, daar!). De lijst met grote en kleine collecties lijkt uitputtend, en dat is ook wat de toelichting op de website belooft: "This database contains descriptions of all medieval western manuscripts written in Latin script and produced up to c. 1550 now preserved in public and semi-public collections in the Netherlands." Alle middeleeuwse westerse handschriften van voor 1550, staat er. Maar klopt dat wel? Als je, zoals ik, door heel Nederland en daarbuiten gezocht hebt naar handschriften met gebeden, met liederen en van lieverlee naar nog veel meer, wil je natuurlijk eerst eens zien hoe al die boeken die je ooit zelf hebt gezien, zijn beschreven. Maar niet alles bleek te vinden: de boeken uit het klooster van de Norbertijnen in Heeswijk-Dinther ontbreken, een handschriftje uit het Stadsarchief in Purmerend trof ik niet. Misschien zijn de collecties ondertussen opgeheven, denk je dan. Maar ook het Rijksarchief van Maastricht, dat tientallen middeleeuwse handschriften bewaart, bleek te ontbreken. Maar waarom? Staat er misschien ergens een verborgen disclaimer op de site? Niet kunnen vinden! Horen Brabant en Limburg er niet helemaal bij? Lijkt me onwaarschijnlijk. Domweg vergeten? Dat verwacht je toch niet van een dergelijk project. Maar wat dan wel? Misschien is het antwoord te vinden op de site van de universiteitsbibliotheek Leiden. Daar zijn ze, begrijpelijk, apetrots: door dit project blijkt maar al te dudelijk dat Leiden de grootste collectie middeleeuwse handschriften in Nederland heeft: meer dan 1500, dat wil zeggen een kwart van het totale bezit in Nederland. En de Leidse site weet het volgende te melden: "MMDC zal in de komende maanden gekoppeld worden aan Bibliotheca Neerlandica Manuscripta (BNM), het documentatiesysteem voor Middelnederlandse handschriften." En in de BNM blijken die door mij gemiste handschriften wél voor te komen. Zou MMDC simpelweg vergeten zijn te melden dat het bestand nog incompleet is, in afwachting van de koppeling aan de BNM? Ik hoop het maar. En meteen hoop ik, nee, reken ik erop, dat na die koppeling ook de nieuw toegevoegde beschrijvingen even uitvoerig zijn als de al bestaande. Want alles is alles. En wie mij beschrijvingen van alle middeleeuwse handschriften in Nederland belooft, moet zich daar dan ook maar aan houden.

donderdag 20 september 2007

Liedjes van Lauweryn

De leukste projecten ontstaan soms zomaar toevallig. Jaren geleden alweer kwam ik in contact met het Egidius Kwartet. Peter de Groot, altus en artistiek leider, had wat vragen over de Musyckboexkens van Tielman Susato, een Antwerpse drukker die in de zestiende eeuw liederen verzamelde om uit te geven. Daaronder waren boekjes met Nederlandse liederen die door Susato doelbewust werden uitgegeven om het Nederlandse lied te propageren. Peter de Groot kwam bij mij terecht omdat ik het nodige wist over Nederlandse liederen. Hij had evengoed bij iemand anders terecht kunnen komen: er zijn meer specialisten op dit terrein. Maar onze toevallige ontmoeting leidde tot een prettige samenwerking. En zoals het dan gaat: tussen de bedrijven door, tijdens het eten van een broodje of het drinken van een borrel, ontstaan er ideeën die plannen willen worden. Een van die plannen had te maken met de website www.literatuurgeschiedenis.nl waar ik in die tijd aan werkte. We wilden graag dat het Lied van Heer Halewijn te beluisteren zou zijn, maar vonden geen bruikbare opname. Het Egidius Kwartet wilde wel een opname maken. Het werd meer dan zomaar een opname: ze maakten een helemaal nieuwe, af en toe hilarische versie van dat bizarre lied (’Daer wierd gehouden een banket, /Het hoofd werd op de tafel gezet’).
Een ander plan, eveneens vier of vijf jaar geleden ontstaan, had betrekking op een bijzonder liedboek: het Chansonnier van Hieronymus Lauweryn van Watervliet. Deze edelman, vader van geleerde en humanistische zonen, diende opeenvolgende Habsburgse vorsten als tresorier en hield grote staat.


Het liedboek van Lauweryn is om allerlei redenen bijzonder. Er staan heel wat Latijnse en Franse composities in, zoals gebruikelijk was in die tijd. Opvallend genoeg zijn ze bijna allemaal driestemmig: het zijn werken voor kleine bezetting en waarschijnlijk werden ze bij Hieronymus thuis gezongen. Het boek heeft in elk geval het karakter van een persoonlijk verzamelalbum: de liederen zijn door verschillende personen geschreven en een duidelijke ordening is niet te ontdekken. Het is alsof Lauweryn bijdragen vroeg aan bekende zangers en componisten met wie hij in contact kwam. Het is dan een soort muzikaal album amicorum. Een opvallende groep vormen de 25 Nederlandse liedjes die door het hele Chansonnier verspreid staan. Nederlandse liederen zijn zeldzaam in bronnen van rond 1500 en 25 liederen bij elkaar is des te opvallender. Het mooie is dat alle composities in deze bron volledig van tekst zijn voorzien (in veel meerstemmige bronnen staan alleen de beginwoorden van de tekst). De liedjes zijn dus te zingen. Maar daar begint meteen een probleem, een probleem dat meteen ook aan de oorsprong van het plan stond om iets met deze liederen te doen.
Peter de Groot kende de liederen, ik kende een paar ervan zo’n beetje. Ik moest helpen bij het begrijpelijk maken van de teksten, de zangers van het Egidius Kwartet zouden ze dan wel zingen. Maar wat stond er nu precies? De drie stemmen hadden soms een tekst die van elkaar verschilde. Niet ingrijpend - het komt wel vaker voor dat de ene stem een heel andere tekst zingt dan de andere stemmen - maar juist zo gering dat je ze in eerste instantie opvat als fouten. Je probeert de verschillen weg te poetsen, zorgt dat alledrie de stemmen dezelfde tekst te zingen krijgen. Tekstkritiek heet dat. Maar als ik me met Middelnederlandse teksten bezighoud, probeer ik juist zoveel mogelijk recht te doen aan wat er in de bron staat. De opvatting dat ik als moderne onderzoeker zou weten wat de enig juiste tekst is, is sinds lang achterhaald. We hebben een middeleeuwse bron, we weten dat die gefunctioneerd heeft, dus nemen we alles wat er staat serieus. Zou dat ook niet mogelijk zijn met die meerstemmige liederen? Konden we niet de drie zangers elk hun eigen, soms minimaal verschillende versie van de tekst laten zingen?
Ondertussen was er wel meer aan de hand met de tekst, of beter gezegd: met de tekstplaatsing. De woorden staan namelijk in dit handschrift soms op heel vreemde plaatsen. Op het eerste gezicht staan ze onder de verkeerde noten. Ritmisch lijkt het allemaal niet te kloppen. Het is niet in overeenstemming met wat er in de leerboekjes staat. Maar, opperde Peter de Groot, als we de vreemde tekstplaatsing nu eens serieus nemen? De leerboekjes hebben namelijk betrekking op muziek uit een iets latere periode. Is het niet voorstelbaar dat ze rond 1500 in Brugge andere opvattingen hadden? Laten we gewoon zingen wat er staat. En dat is gebeurd. Het plan van jaren geleden werd een project, het project werd concreter - ik besteedde er een deel van een cursus aan, studenten woonden een repetitie van het kwartet bij - en de afgelopen zomer zijn de 25 Nederlandse liederen, samen met een paar andere stukken, opgenomen. Op 2 september, tijdens het Festival Oude Muziek in Utrecht is de dubbel-cd gepresenteerd. Wat mij betreft geslaagd, maar als het om muziek gaat ben ik natuurlijk een leek. Ik weet heel wat van Nederlandse liedjes, maar als het op uitvoeren aankomt ben ik vol bewondering voor de magie van de kunst. En zo is het ook hier. Ze zingen prachtig: Peter de Groot, Marco van de Klundert, Hans Wijers, Donald Bentvelsen en, als gast op deze cd, Susan Jonkers. En het meest ontroerde mij het breekbare geluid van de tenor in Ric god wie sal ic claghen: Mijn lief is weg, ik dwaal over de heide en mijn hart is gewond. En dan zo zingen… (het volledige chanson staat nu, jaren het schrijven van deze blog, op youtube: Ric god).
http://www.egidiuskwartet.nl/