vrijdag 16 februari 2007

Toe-eigening

Het Gruuthuse-handschrift ligt nu te pronken in Den Haag. Wat onwennig in die rare omgeving en voor het eerst in het buitenland (althans voor zover ik kon nagaan: het is meer dan eens tentoongesteld, maar altijd binnen de grenzen van het tegenwoordige België). In Brussel zijn ze teleurgesteld, en terecht. Als kunst tot koopwaar wordt, stijgen de prijzen tot hoogten die weinig meer te maken hebben met de reële waarde. De eigenaar valt niets te verwijten. En de KB in Den Haag ook niet, want als die het niet had aangeschaft zou er elders in de wereld wel fors voor betaald zijn. De markt doet zijn werk en dan gaat het zo.
Ondertussen is het handschrift niet alleen aangeschaft door de Haagse KB - de fysieke toe-eigening - het wordt ook geplaatst binnen een nieuw kader: de geestelijke toe-eigening. Op de website van de bibliotheek wordt het als onbetwistbaar hoogtepunt van de Nederlandse cultuur getypeerd. Je krijgt sterk de indruk dat de schrijver van deze tekst daarbij toch vooral aan het huidige Nederland heeft gedacht. In elk geval wordt nergens de herkomst uit Vlaanderen vermeld. Een ander staaltje van toe-eigening zien we in de woorden van de bibliothecaris, Wim van Drimmelen, die de liederen, volstrekt misplaatst ‘de musical van de middeleeuwen’ noemt. Alsof eenentwingste-eeuwers alleen nog in termen van hedendaagse populaire cultuur benaderd kunnen worden. De Gruuthuse-teksten behoren bij uitstek tot de elite-cultuur en de dichter houden er uitermate exclusieve opvattingen op na. Musical? Kom nou. Of zou de directeur op deze manier het aankoopbedrag bij elkaar gepraat hebben? Een van de fondsen die heeft bijgedragen is de Van den Ende-foundation…
Ann Kelders van de KB te Brussel noemt het onverantwoord om zoveel geld te besteden aan de aanschaf van een middeleeuws handschrift. Misschien heeft ze wel gelijk, vooral omdat het vaak veel moeilijker is om dergelijke middelen bij elkaar te krijgen wanneer het gaat om het onderzoek naar de teksten. Een paar jaar geleden lukte het niet om een half miljoen te verkrijgen voor het werk aan de editie van het handschrift, nu is er klaarblijkelijk een veelvoud beschikbaar voor de aanschaf van het boek. Als cultuurfondsen alleen bereid zijn voor dergelijk spectakelaankopen geld te fourneren is het bedrag inderdaad onverantwoord. Maar als ze ondertussen evenzeer willen bijdragen voor het minder opvallende werk: de studie van teksten, het onderhoud van minder spectaculaire collecties, dan is er wat mij betreft niet zoveel mis met deze uitgave. Want hoe je het ook wendt of keert: geld drukt op de meest herkenbare manier de waarde uit van waar wij ons mee bezighouden. Dat een middeleeuws handschrift zo belangrijk is dat er miljoenen voor betaald worden, brengt mijn vak - de studie van oude teksten - ineens volop in het nieuws. En dat is mooi meegenomen.

Geen opmerkingen: